Storingzoeker
Communicatiefout in de uitbreidingsmodule naast de CAREL-regelaar.
Raadpleeg het PDF-stappenplan voor de oplossing van deze storing.
Raadpleeg het PDF-stappenplan voor de oplossing van deze storing.
Druk van de bron- of buitenunit systeem = onder 0,5 bar.
Brine-systeem bijvullen.
Bij gebruik van een buitenunit: spoelen met spoelkar tot glycolbeveiliging van -30°C.
Let bij bodembron ook op de glycolwaarde.
Brine-systeem bijvullen.
Bij gebruik van een buitenunit: spoelen met spoelkar tot glycolbeveiliging van -30°C.
Let bij bodembron ook op de glycolwaarde.
Bijvullen van het vloerverwarmingsgedeelte = onder 0,5 bar.
CV-systeem bijvullen.
CV-systeem bijvullen.
De temperatuur van de wisselaar (verdamper) aan de brinekant is te koud.
1 Filter van het brine-systeem nazien.
2 Lucht in het brine-systeem spoelen.
3 Glycolwaarde controleren.
4 Circulatiepomp van de brine controleren op goede werking.
5 Probleem koelgaslekkage: Dit is te zien bij het opstarten van de compressor; in het menu “expansieklep” loopt de
oververhitting (SH-getal) hard op naar 25 of hoger.
1 Filter van het brine-systeem nazien.
2 Lucht in het brine-systeem spoelen.
3 Glycolwaarde controleren.
4 Circulatiepomp van de brine controleren op goede werking.
5 Probleem koelgaslekkage: Dit is te zien bij het opstarten van de compressor; in het menu “expansieklep” loopt de
oververhitting (SH-getal) hard op naar 25 of hoger.
Het temperatuurverschil tussen de verdamper en de brontemperaturen is te groot → te weinig flow over de brine.
1 Lucht in het brine-systeem spoelen.
2 Filter van het brine-systeem nazien.
3 Glycolwaarde controleren i.v.m. eventuele invriezing.
4 Controleer of de brine-sensoren een correcte waarde aangeven.
(Service → Configuratie → Voelerconfiguratie)
1 Lucht in het brine-systeem spoelen.
2 Filter van het brine-systeem nazien.
3 Glycolwaarde controleren i.v.m. eventuele invriezing.
4 Controleer of de brine-sensoren een correcte waarde aangeven.
(Service → Configuratie → Voelerconfiguratie)
Warmtepomp kan zijn warmte niet kwijt.
1 Lucht in het CV-systeem ontluchten.
2 Filter van het brine-systeem nazien.
3 Geen flow in het verwarmingssysteem; controleer afgifte (naregelingen, kleppen, etc.). Eventueel mogelijk om
inschakelvertraging toe te passen in het servicemenu.
4 Circulatiepomp van het CV controleren op goede werking.
5 Boilersensor controleren; wanneer deze geen goede waarde meet, blijft de warmtepomp draaien en geeft hij een
storing.
1 Lucht in het CV-systeem ontluchten.
2 Filter van het brine-systeem nazien.
3 Geen flow in het verwarmingssysteem; controleer afgifte (naregelingen, kleppen, etc.). Eventueel mogelijk om
inschakelvertraging toe te passen in het servicemenu.
4 Circulatiepomp van het CV controleren op goede werking.
5 Boilersensor controleren; wanneer deze geen goede waarde meet, blijft de warmtepomp draaien en geeft hij een
storing.
Communicatie tussen de elektronica en de inverter is niet in orde.
1 Controleer de voeding van de inverter (Drive Supply). Controleer bij een 3-fase warmtepomp alle fasen!
2 Controleer de bedrading van de communicatie.
1 Controleer de voeding van de inverter (Drive Supply). Controleer bij een 3-fase warmtepomp alle fasen!
2 Controleer de bedrading van de communicatie.
1 De warmtepomp is verkeerd geconfigureerd; let hierbij op de SG-groepen.
2 Bij het toepassen van een hulpsysteem (bijvoorbeeld bivalent) moeten de vereiste sensoren worden aangesloten.
2 Bij het toepassen van een hulpsysteem (bijvoorbeeld bivalent) moeten de vereiste sensoren worden aangesloten.
1. Gebruikt u een th-tune thermostaat? Zie onderstaande foto van deze thermostaat. Wanneer de thermostaat niet wordt toegepast en de warmtepomp wel deze foutmelding geeft, is er een configuratie fout.
Ga naar installateursmenu warmtepomp --> Configuratie -->Services-->Verwarming--> Bus room terminals--> Deactiveer de th-tune.
2. Wanneer wel de th-tune wordt toegepast: Controleer de bekabeling van de thermostaat.
3. Wanneer wel de th-tune wordt toegepast: De adressering in de TH Tune is onjuist. Houd de twee rechterknoppen (ventilator en on/off) op de TH Tune ingedrukt. Voer vervolgens de code '022' in. Daarna verschijnt de adressering (bijvoorbeeld 01), welke moet overeenkomen met het adres in de warmtepomp onder het service menu>verwarming>heating bus terminal.
Ga naar installateursmenu warmtepomp --> Configuratie -->Services-->Verwarming--> Bus room terminals--> Deactiveer de th-tune.
2. Wanneer wel de th-tune wordt toegepast: Controleer de bekabeling van de thermostaat.
3. Wanneer wel de th-tune wordt toegepast: De adressering in de TH Tune is onjuist. Houd de twee rechterknoppen (ventilator en on/off) op de TH Tune ingedrukt. Voer vervolgens de code '022' in. Daarna verschijnt de adressering (bijvoorbeeld 01), welke moet overeenkomen met het adres in de warmtepomp onder het service menu>verwarming>heating bus terminal.
De voeding van de warmtepomp komt onder de 210 V.
Controleer de elektrische installatie. Als alles in orde is, neem dan contact op met de netbeheerder.
Controleer de elektrische installatie. Als alles in orde is, neem dan contact op met de netbeheerder.
Warmtepomp geeft datum en
tijd niet goed weer.
Vervang PCOOEM+(HS)
tijd niet goed weer.
Vervang PCOOEM+(HS)
De brontemperatuur komt onder de ingestelde beveiligingswaarde.
1 Controleer de ingestelde beveiliging.
2 Controleer het brine-systeem op flow.
3 Controleer de werking van de ventilator bij de buitenunit.
1 Controleer de ingestelde beveiliging.
2 Controleer het brine-systeem op flow.
3 Controleer de werking van de ventilator bij de buitenunit.
De onderdelen die worden aangestuurd (230 V AC/400 V AC) vanuit de elektronica zijn de pompen en de kleppen van de passieve koeling en het warme water. Het is het makkelijkste om de voeding van deze onderdelen los te koppelen en de warmtepomp opnieuw op te starten. Sluit vervolgens één voor één de kleppen en pompen weer aan totdat de aardlekautomaat weer uitschakelt. Op die manier weet je welk onderdeel de storing veroorzaakt. Vervang vervolgens dit defecte onderdeel.
De oplossingen voor probleem zijn uitgewerkt in onderstaande video.
Controleer of het model correct is ingevuld in het servicemenu: Configuratie > Warmtepomp Model.
Combinatie storing.
Reden warmtepomp niet beschikbaar is de opvolgende storing.
Reden warmtepomp niet beschikbaar is de opvolgende storing.
1 Is er een cv-ketel op aangesloten?
2 Zo niet, is de cv-ketel geactiveerd in het menu?
3 Is het vrijgavecontact aangesloten op DO14 en op het vrijgavecontact van de cv-ketel?
4 Controleer of de cv-ketel is geactiveerd in het menu van de warmtepomp: Service menu > Configuratie > Hulpsysteem >
Boiler.
2 Zo niet, is de cv-ketel geactiveerd in het menu?
3 Is het vrijgavecontact aangesloten op DO14 en op het vrijgavecontact van de cv-ketel?
4 Controleer of de cv-ketel is geactiveerd in het menu van de warmtepomp: Service menu > Configuratie > Hulpsysteem >
Boiler.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
1 Bevindt zich een elektrisch element in het DHW-vat (tapwater)?
2 Staat er spanning op het elektrische element?
3 Is het element ingeschakeld in het menu? Ga naar Service menu > Configuratie > Hulpsysteem > WW elekt
verwarmer
2 Staat er spanning op het elektrische element?
3 Is het element ingeschakeld in het menu? Ga naar Service menu > Configuratie > Hulpsysteem > WW elekt
verwarmer
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Deze storing betekent dat een of meerdere warmtepompen in de cascade een storing hebben. Controleer op de warmtepomp die in storing staat welke foutmelding wordt weergegeven en vervolg de stappen op basis van die melding.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Dipswits instelling adres zie foto
Dipswits instelling adres zie foto
volg bijgevoegde stappenplan
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Dipswitchs instellingen adres zie foto
Dipswitchs instellingen adres zie foto
1 Controleer of er spanning staat op de supervisor en de warmtepompen.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
1 Controleer of er spanning staat op de warmtepomp.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
2 Controleer of de buskabels (Plan) correct zijn aangesloten en of er geen losse contacten zijn.
De alarmmelding kan veroorzaakt worden door een losse draad of een defecte sensor.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Controleer of de configuratie van de warmtepomp correct is ingesteld in het servers menu.
Verifieer de elektrische aansluitingen en zorg ervoor dat alle kabels goed zijn verbonden.
Verifieer de elektrische aansluitingen en zorg ervoor dat alle kabels goed zijn verbonden.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
1 Controleer de instellingen van de legionella-service:
Oplossing: Zorg ervoor dat de legionella-service correct is geprogrammeerd en ingepland in het regelsysteem. Zie
bijgevoegd schema.
2 Controleer de warmwatertemperatuur: Zie bijgevoegd schema.
Oplossing: Controleer of de ingestelde temperatuur voor de legionella-service (meestal 60°C of hoger) is bereikt tijdens de
cyclus. Als de temperatuur te laag is ingesteld, kan de service niet correct worden uitgevoerd.
3 Controleer sensoren en kleppen:
Oplossing: Controleer of de temperatuursensoren en mengkleppen correct functioneren, aangezien defecten hierin ervoor
kunnen zorgen dat de legionella-service niet goed verloopt.
4 Controleer op storingen in het verwarmingssysteem:
Oplossing: Controleer of er andere storingen of meldingen zijn die de uitvoering van de legionella-service kunnen
verstoren, zoals storingen in de warmwatercircuits of sensoren.
5 Handmatige reset of herstart:
Oplossing: Als het probleem blijft bestaan, probeer de legionella-service handmatig opnieuw uit te voeren of reset de
warmtepomp en controleer of de cyclus daarna correct wordt voltooid.
Oplossing: Zorg ervoor dat de legionella-service correct is geprogrammeerd en ingepland in het regelsysteem. Zie
bijgevoegd schema.
2 Controleer de warmwatertemperatuur: Zie bijgevoegd schema.
Oplossing: Controleer of de ingestelde temperatuur voor de legionella-service (meestal 60°C of hoger) is bereikt tijdens de
cyclus. Als de temperatuur te laag is ingesteld, kan de service niet correct worden uitgevoerd.
3 Controleer sensoren en kleppen:
Oplossing: Controleer of de temperatuursensoren en mengkleppen correct functioneren, aangezien defecten hierin ervoor
kunnen zorgen dat de legionella-service niet goed verloopt.
4 Controleer op storingen in het verwarmingssysteem:
Oplossing: Controleer of er andere storingen of meldingen zijn die de uitvoering van de legionella-service kunnen
verstoren, zoals storingen in de warmwatercircuits of sensoren.
5 Handmatige reset of herstart:
Oplossing: Als het probleem blijft bestaan, probeer de legionella-service handmatig opnieuw uit te voeren of reset de
warmtepomp en controleer of de cyclus daarna correct wordt voltooid.
1Controleer de instellingen van de ontdooicyclus:
Oplossing: Zorg ervoor dat de ontdooicyclus correct is ingesteld in het regelsysteem. Foutieve instellingen kunnen ervoor
zorgen dat de ontdooiing niet goed plaatsvindt.
2 Controleer de temperatuursensoren:
Oplossing: Controleer of de temperatuursensoren die betrokken zijn bij de ontdooicyclus (vooral de buitensensor) goed
functioneren. Een defecte sensor kan de cyclus verstoren.
3 Controleer de ventilatoren:
Oplossing: Controleer of de ventilatoren van de buitenunit correct werken. Een defecte ventilator kan de ontdooicyclus
verstoren door een gebrek aan luchtcirculatie.
Oplossing: Zorg ervoor dat de ontdooicyclus correct is ingesteld in het regelsysteem. Foutieve instellingen kunnen ervoor
zorgen dat de ontdooiing niet goed plaatsvindt.
2 Controleer de temperatuursensoren:
Oplossing: Controleer of de temperatuursensoren die betrokken zijn bij de ontdooicyclus (vooral de buitensensor) goed
functioneren. Een defecte sensor kan de cyclus verstoren.
3 Controleer de ventilatoren:
Oplossing: Controleer of de ventilatoren van de buitenunit correct werken. Een defecte ventilator kan de ontdooicyclus
verstoren door een gebrek aan luchtcirculatie.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Staan niet alle actieve groepen in dezelfde modus (koelen of verwarmen)? Oplossing: zet alle groepen in dezelfde modus.
Staan niet alle actieve groepen in dezelfde modus (koelen of verwarmen)? Oplossing: zet alle groepen in dezelfde modus.
Staan niet alle actieve groepen in dezelfde modus (koelen of verwarmen)? Oplossing: zet alle groepen in dezelfde modus.
Staan niet alle actieve groepen in dezelfde modus (koelen of verwarmen)? Oplossing: zet alle groepen in dezelfde modus.
Staan niet alle actieve groepen in dezelfde modus (koelen of verwarmen)? Oplossing: zet alle groepen in dezelfde modus.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
volg bijgevoegd stappenplan
volg bijgevoegd stappenplan
volg bijgevoegd stappenplan
volg bijgevoegd stappenplan
ga naar service-menu binnendeel.
Service-menu-->Instellingen-->Warmtepomp model.
zie onderstaande stappen.
Service-menu-->Instellingen-->Warmtepomp model.
zie onderstaande stappen.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
volg bijgevoegd schema
Vervuilde of geblokkeerde verdamper:
1 Oplossing: Controleer of de verdamper schoon is. Reinig de verdamper indien nodig om de luchtstroom te verbeteren.
Onvoldoende luchtstroom door de verdamper:
2 Oplossing: Controleer de ventilator of luchtfilters. Vervang of reinig de filters als deze vuil zijn, en controleer of de
ventilator correct functioneert.
Overvulling van het koudemiddel:
3 Oplossing: Laat een specialist de hoeveelheid koudemiddel controleren en indien nodig afstellen.
Verkeerde instellingen van de thermostaat of regeling:
4 oplossing: Controleer de instellingen van de thermostaat of het regelsysteem. Pas de instellingen aan indien ze niet
correct
zijn ingesteld voor het gewenste temperatuurbereik.
Beperking in het koudemiddelcircuit:
5 Oplossing: Controleer op blokkades in het koudemiddelcircuit, zoals een verstopping in het expansieventiel. Dit kan leiden
tot onjuiste drukverhoudingen.
Slechte warmteoverdracht:
6 Oplossing: Zorg ervoor dat er voldoende vloeistofcirculatie is in het systeem (bijvoorbeeld bij gesloten of openbronnen) en
controleer of de condensor correct werkt.
1 Oplossing: Controleer of de verdamper schoon is. Reinig de verdamper indien nodig om de luchtstroom te verbeteren.
Onvoldoende luchtstroom door de verdamper:
2 Oplossing: Controleer de ventilator of luchtfilters. Vervang of reinig de filters als deze vuil zijn, en controleer of de
ventilator correct functioneert.
Overvulling van het koudemiddel:
3 Oplossing: Laat een specialist de hoeveelheid koudemiddel controleren en indien nodig afstellen.
Verkeerde instellingen van de thermostaat of regeling:
4 oplossing: Controleer de instellingen van de thermostaat of het regelsysteem. Pas de instellingen aan indien ze niet
correct
zijn ingesteld voor het gewenste temperatuurbereik.
Beperking in het koudemiddelcircuit:
5 Oplossing: Controleer op blokkades in het koudemiddelcircuit, zoals een verstopping in het expansieventiel. Dit kan leiden
tot onjuiste drukverhoudingen.
Slechte warmteoverdracht:
6 Oplossing: Zorg ervoor dat er voldoende vloeistofcirculatie is in het systeem (bijvoorbeeld bij gesloten of openbronnen) en
controleer of de condensor correct werkt.
1 Onvoldoende warmtevraag (lage belasting):
2 Oplossing: Controleer of het verwarmingssysteem voldoende warmtevraag heeft. Wanneer de warmtevraag te laag is, kan
dit de condensatietemperatuur verlagen. Zorg ervoor dat alle verwarmingscircuits correct functioneren.
Vervuilde condensor:
3 Oplossing: Controleer de condensor op vervuiling of verstoppingen. Reinig de condensor indien nodig om de warmteafgifte
te verbeteren.
Onvoldoende lucht- of waterstroom door de condensor:
4 Oplossing: Controleer de lucht- of waterstroom door de condensor. Controleer ventilatoren, waterpompen of filters en
zorg ervoor dat ze naar behoren werken. Reinig of vervang filters indien nodig.
Tekort aan koudemiddel:
5 Oplossing: Laat een specialist controleren of het koudemiddelpeil voldoende is. Als er sprake is van een koudemiddellek of
een tekort, moet het systeem worden bijgevuld of gerepareerd.
Verkeerde instellingen van de regeling:
6 Oplossing: Controleer de instellingen van het regelsysteem. Foutieve instellingen kunnen ervoor zorgen dat de
warmtepomp niet optimaal werkt en de condensatietemperatuur te laag is.
Buitencondities:
7 Oplossing: Bij lage buitentemperaturen kan de condensatietemperatuur van nature lager zijn. Controleer of het systeem is
aangepast aan de huidige buitenomstandigheden.
2 Oplossing: Controleer of het verwarmingssysteem voldoende warmtevraag heeft. Wanneer de warmtevraag te laag is, kan
dit de condensatietemperatuur verlagen. Zorg ervoor dat alle verwarmingscircuits correct functioneren.
Vervuilde condensor:
3 Oplossing: Controleer de condensor op vervuiling of verstoppingen. Reinig de condensor indien nodig om de warmteafgifte
te verbeteren.
Onvoldoende lucht- of waterstroom door de condensor:
4 Oplossing: Controleer de lucht- of waterstroom door de condensor. Controleer ventilatoren, waterpompen of filters en
zorg ervoor dat ze naar behoren werken. Reinig of vervang filters indien nodig.
Tekort aan koudemiddel:
5 Oplossing: Laat een specialist controleren of het koudemiddelpeil voldoende is. Als er sprake is van een koudemiddellek of
een tekort, moet het systeem worden bijgevuld of gerepareerd.
Verkeerde instellingen van de regeling:
6 Oplossing: Controleer de instellingen van het regelsysteem. Foutieve instellingen kunnen ervoor zorgen dat de
warmtepomp niet optimaal werkt en de condensatietemperatuur te laag is.
Buitencondities:
7 Oplossing: Bij lage buitentemperaturen kan de condensatietemperatuur van nature lager zijn. Controleer of het systeem is
aangepast aan de huidige buitenomstandigheden.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
volg bijgevoegd stappenplan
Is er een flowmeter of drukschakelaar aangesloten op de warmtepomp op ESS1 of ESS2?
1 Meet met een ohmmeter of het circuit gesloten is. Zo niet, controleer of er voldoende flow is en of de flowmeter correct functioneert. controleer ook of er voldoende druk is en of de drukschakelaar goed werkt.
2 Als er geen flowmeter of drukschakelaar is, controleer dan of het brugje goed in de connector zit en of de stekker correct is aangesloten.
1 Meet met een ohmmeter of het circuit gesloten is. Zo niet, controleer of er voldoende flow is en of de flowmeter correct functioneert. controleer ook of er voldoende druk is en of de drukschakelaar goed werkt.
2 Als er geen flowmeter of drukschakelaar is, controleer dan of het brugje goed in de connector zit en of de stekker correct is aangesloten.
Neem contact op met Eplucon, u kunt bellen naar 0341-371030
De voeding van de warmtepomp komt onder de 210 V.
Controleer de elektrische installatie. Als alles in orde is, neem dan contact op met de netbeheerder.
Controleer de elektrische installatie. Als alles in orde is, neem dan contact op met de netbeheerder.
Het alarm kan afgaan wanneer de omvormer defect is, of wanneer de spanning niet goed is (te laag, te hoog, of met fluctuaties). Dit kan ook gebeuren als de kabel die de controller en de omvormer verbindt, beschadigd is, of als de omvormer niet correct is geconfigureerd.
Om de omvormer te configureren: zie onderstaande schema
Om de omvormer te configureren: zie onderstaande schema
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
Controleer de instellingen van de bron: Service menu > Configuration > Source config.
Volg bijgevoegde stappenplan.
1 Controleer het expansieventiel op werking.
2 Controleer de bekabeling tussen de regelaar en het expansieventiel op kabelbreuken en losse stekkers.
2 Controleer de bekabeling tussen de regelaar en het expansieventiel op kabelbreuken en losse stekkers.
Controleer of er storingen zijn in de E-Source.
Controleer of de E-Source ingeschakeld is.
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegd schema
Controleer de sensor die is aangesloten op AI12.
Controleer de sensor die is aangesloten op AI13.
Controleer de sensor die is aangesloten op AI14.
Controleer de sensor die is aangesloten op AI16.
Volg bijgevoegd stappenplan
Controleer de sensor die is aangesloten op AI12.
Controleer de sensor die is aangesloten op AI19.
Volg bijgevoegd schema
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg onderstaand schema
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.
Volg bijgevoegde stappenplan.